Familie

02-08-2013 12:00

Het gebeurde tijdens onze eerste familiedag.

Mijn broer en nichtje hadden het initiatief genomen; waarom zouden we niet eens met z’n allen een dagje uit gaan? Gewoon gezellig samen iets doen. Tenslotte kwamen we  zelden allemaal tegelijk bij elkaar en familiebanden binden nu eenmaal onlosmakelijk. Aan elkaar toevertrouwd door het bloed van onze ouders, zelf kinderen gekregen en die ook weer. Uiteindelijk is natuurlijk iedereen familie van elkaar, een grote mensenfamilie. Maar goed, dit  clubje mensen, voortgekomen uit mijn ouders, had dus de wens om een dagje samen op stap te gaan. Om de gemeenschappelijkheid te voelen en te weten dat je bij je familie altijd terecht kunt en zo. Ze hadden een boottochtje op de Biesbosch bedacht, mijn broer en nicht.

 

Het was een frisse, maar droge en zonnige dag in april en de stemming zat er meteen goed in. We waren bijna kompleet, dat was alvast een goed begin van een hoopvol initiatief. Het waaide behoorlijk en samen met de andere boottocht-recreanten schoven we gezellig samen aan boord. Dat was goed geregeld: in de gelukkig goed verwarmde binnenruimte stonden twee lange tafels met onze naam erop. Vrij uitzicht door de grote ramen gaf het gevoel toch buiten te zijn. De buggy’s werden geparkeerd, de kleintjes konden vrij rondlopen, voor de verandering een keer met een tante (die gelukkig op hun moeder leek), en we schoven dicht tegen elkaar aan aan de lange tafels . De boot vertrok, het bier kwam op tafel en de dag kwam goed op stoom. Aan de andere tafels waren ook wat gezelschappen neergestreken waaronder een wat kleinere groep dan de onze, vast ook familie gezien de gereserveerde tafel en verder waren er wat losse dagjesmensen.

 

Aan de overkant van ons gangpad zaten een bejaarde dame, een man en een meisje. Ze zeiden niet zo veel. Het leek of ze elkaar niet zo goed kenden. De dame zat in een rolstoel, ze zag er broos en kwetsbaar uit. Het meisje dat bij haar zat zorgde ervoor dat ze wat te drinken kreeg. De man keek naar buiten over zijn kopje koffie. Een advocaatje kwam op tafel, met een bitterballetje erbij. Het stille genieten. Buiten veranderde langzaam het landschap, we voeren steeds dieper de Biesbosch in. Er werd gelachen en geplaagd, ons gezelschap viel langzaam uiteen in kleine groepjes die naar het buitendek gingen of naar boven. Er kwam nog een borreltje, er werd bijgepraat. De dame in de rolstoel zat zichtbaar te genieten, ze nipte van haar advocaatje, haar blik naar buiten op de kreken vol riet.

 

Dat ze niet lekker werd is een aantal van ons in eerste instantie ontgaan. De bemanning handelde snel en discreet. Er bleek gelukkig een arts aan boord. Dat zijn van die wonderbaarlijke toevalligheden, dat in een crisissituatie er altijd iemand is die weet wat ie moet doen. Het enige plekje voor privacy was de ruimte voor de ingang naar de toiletten, die nu geblokkeerd werd door de oude dame die op de grond was gelegd en werd gereanimeerd door een huisarts op haar vrije zondag. Langzaam begon door te dringen tot onze familie dat er wat aan de hand was en dat het menens was. De dochter van mijn zus, verpleegkundige, schoot meteen in haar zustersrol en ging kijken of ze kon helpen. Ik herkende mijn moeder in haar, ook op z’n best als het erop aankwam. Vanaf dat moment was onze familie onderdeel van het tragische gebeuren wat zich afspeelde in dat gangetje. De deuren bleven gesloten, maar we zagen hoe de arts en mijn nichtje elkaar afwisselden met reanimeren.  We zagen dat er werd gebeld en dat de gebogen gestaltes van de twee hulpverleners zich oprichtten. Ze hadden hun best gedaan, maar de vrouw was niet meer te redden.

 

Het was een vreemde gewaarwording om met het hele gezelschap op een boot te zitten die op dat moment nergens kon aanleggen, met een passagier die net nog een bitterballetje zat te eten en nu onder een dekentje afgedekt lag, zo discreet mogelijk in een hoekje aan het gangpad. Bij een ingelaste tussenstop is ze opgehaald door een ambulance. Er was politie en een hoop volk op de kade dat was afgekomen op de blauwe zwaailichten. Na druk overleg werd duidelijk met wie ze mee mocht en waar naar toe. Haar begeleiders, bemanning en passagiers waren aangeslagen.

 

Een invalkracht van het verzorgingshuis en een chauffeur hadden haar meegenomen om die dag haar 80ste verjaardag te vieren. De boottocht op de Biesbosch was een langgekoesterde wens. Afgezien van een oudere zus had ze geen familie meer. Ze was alleen en stierf op een boot, genietend van het uitzicht en haar advocaatje, op onze eerste familiedag. Een dag waarop we samen een ervaring deelden die we nooit zullen vergeten. Deze oude dame waarvan we de naam niet eens weten, is vanaf deze boottocht voor altijd met onze familie verbonden. We nemen haar mee met elke komende familiedag en we schuiven gewoon een extra stoeltje bij. Met een advocaatje en een bitterbal.